De Rijksoverheid wil dat de Nederlandse economie in 2050 circulair is. Om dat te bereiken is het Rijksbrede programma Circulaire Economie opgesteld. Hierin zijn alle programma’s op het gebied van het beter omgaan met grondstoffen verzameld (zoals ook Van Afval Naar Grondstof (VANG)). De bouw is aangewezen als één van de kritische sectoren omdat zij zo grondstofintensief is, en veel afval produceert.
Binnen ons onderzoek onderzocht één studentengroep het hergebruik van leidingen (categorie distributie) in samenwerking met de BAM Modulaire fabriek. De andere studentengroep onderzocht het hergebruik van radiatoren (categorie afgifte) op een andere locatie dan het slooppand. Radiatoren lijken eerder haalbaar voor circulair hergebruik. Hergebruik van leidingen lijkt niet haalbaar door de complexiteit van demontage, bewerking en transport hetgeen leidt tot hogere kosten en milieu impact dan nieuwe producten.
De aanloop van dit project liet direct één van de kritische succes factoren zien bij een circulaire economie in de praktijk. En dat is de afstemming van vraag en aanbod van bouwmaterialen en producten binnen de keten. Als we materialen uit sloop en renovatiepanden elders willen hergebruiken en de timing van sloop of bouw wordt vertraagd, hapert het proces. Bij dit KIEM-VANG project ging het precies andersom: de sloop/renovatie van het beoogde onderzoekspand was al gebeurd op het moment dat de aanvraag werd goedgekeurd. Door de flexibele opstelling van de partners konden er op tijd andere onderzoekslocaties worden gebruikt.
Het is niet eenvoudig om aan te tonen dat hergebruik kosten en milieu voordeel oplevert. In veel gevallen zullen (helaas) de kosten van hergebruik hoger uitvallen dan de nieuwprijs van het onderdeel of product, ook door bijvoorbeeld arbeidsintensieve demontage. Ook kan de milieu impact van hergebruik hoger liggen door additionele bewerkingen en transport. Dat is ook wel logisch want de bestaande processen varen op routine, volume en zijn in de loop der jaren steeds efficiënter geworden. Tegen zo’n meetlat is het lastig concurreren. Naarmate bedrijven meer ervaring hebben met circulaire economie in de praktijk zal de haalbaarheid en kans van slagen toenemen (i.e. innovatie adoptie curve).
In dit project werd door de Hogeschool Utrecht samengewerkt met de bedrijven BAM, Inbo en Repurpose. Verder is aansluiting gemaakt bij het programma Klimaat van Verandering vanuit MVO Nederland en het initiatief Nederland Circulair! Studenten werkten in 3 Quest* projecten aan diverse toepassingen. Het onderzoek maakt deel uit van het programma van de onderzoeksgroep “Bouwen aan de Stad van Morgen” met Dr. ir. Ruben Vrijhoef als lector.
Voor meer informatie over dit project kunt u contact opnemen met Kitty Vreeswijk.
*Quest projecten worden bij het Instituut Engineering & Design, Hogeschool Utrecht gedaan in het 3e leerjaar. Gedurende 20 weken werken 5-6 studenten van Technische Bedrijfskunde, Werktuigbouwkunde en Elektrotechniek aan een project met een externe opdrachtgever. Elk half jaar starten er 45+ projecten voor ongeveer 250 studenten.