Met prikkelende vragen gingen de studenten aan de slag: ‘Wat als niemand meer wil of mag reizen?’, Wat als er geen nieuwe wegen meer bijgebouwd worden?’, ‘Wat als citizen science bepaalt hoe we mobiliteit ontwerpen?’. Aan de hand van trends als robotisering, digitalisering, de steeds groter wordende rol van (sociale) media en groeiende hoeveelheden verzamelde data werd er door de studenten 30 jaar vooruit gekeken. Er werd een voorstelbaar maar enigszins provocerende toekomst geschetst door de studenten, die zij voorlegden aan het publiek. Hierdoor kregen de studenten inzicht in wat mensen drijft en tegenhoudt bij innovaties.
In een van de toekomsten was het gebruikelijk om besluitvorming over infrastructuur binnen 24 uur te laten plaatsvinden waarbij mensen een dag de tijd hebben om alle meningen kenbaar te maken. Aan het einde van de dag wordt meteen een besluit genomen dat aan iedereen wordt gecommuniceerd via een gemeenschappelijk scherm, ergens op een prominente plek in de buitenruimte. Uit reacties op dit toekomstbeeld werd duidelijk dat mensen dit wel wat snel vinden, maar dat er zeker behoefte lijkt te bestaan voor het gemakkelijker geven van een mening via bijvoorbeeld DigiD.
Een andere toekomst schetste een beeld waarin ruimte op de weg ingepland moet worden via een universeel platform. Vooral over het noodtransport maakten mensen zich zorgen. Wat als er een ongeluk gebeurt en er in de weg geen ruimte hiervoor is ingepland? Dit bracht de studenten op de hypothese dat innovaties in het verkeer wel eens sneller geaccepteerd kunnen worden als het bedoeld is voor noodtransport.
Een toekomst waarin iedere reizende inwoner zijn data vrijgeeft via een chip wordt door een deel van de respondenten goed ontvangen. Mits er iets tegenover staat. Data heeft een waarde en als die verzilverd kan worden lijkt dat te helpen bij acceptatie van systemen die de overheid kunnen helpen om problemen op de weg beter op te lossen.
Werken op afstand via een avatar of robot was ook één van de scenario’s waarin nieuwe technologie een grote impact heeft op hoe wij ons werk uitvoeren. Hoe is het om in zo’n wereld te leven waarin je elkaar zakelijk alleen online ziet? Het ontbreken van menselijke contact en het missen van de non-verbale communicatie werd door de respondenten genoemd als belangrijke barrière. Wat nu als er bij wijze van experiment één dag per week wordt gereserveerd voor face-to-face contact en je de rest van de week wel op afstand werkt? Hoe zou de week er dan uitzien? Geeft dit ruimte om werken op afstand meer te omarmen?
De resultaten van de tweedaagse challenge worden voortgezet in de minor Co-design Studio in een project van vier weken. Daarin herhalen, verbeteren en verdiepen de studenten en ontwerpers van diverse studierichtingen als Communicatie Multimedia Design, Engineering, Industrieel Productontwerp het snelle onderzoek volgens de methode van Future Probing. Uiteindelijk moet het project gedegen inzichten opleveren van de toekomst van mobiliteit en het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat inspireren.
Meer weten? Neem contact op met Lenneke Kok.