Dit onderzoek vond plaats in het kader van Kennis Innovatie Mapping (KIEM) binnen het programma Van afval naar grondstof (VANG) van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Samen met BOOT, NL Greenlabel, Royal HaskoningDHV, EBU en provincie Utrecht heeft Hogeschool Utrecht een concrete case onderzocht. De studenten en onderzoekers ontwikkelden aanbevelingen voor het circulair ontwerpen en beheren van de provinciale weg N212.
De aanbevelingen die uit de casus N212 voortkomen kunnen door de provincie gebruikt worden bij een volgende traject aanpak. De onderzoekers hebben dit gedaan aan de hand van het model van Anthea Group Methabolic.
Dit model start de cyclus met “het idee” maar volgens de onderzoekers begint de weg naar de circulaire openbare ruimte al eerder. Een Circulaire openbare ruimte begint bij de vruchtbare bodem bij de provincie of gemeente. De cultuur zal dus vruchtbaar gemaakt moeten worden voor de circulaire aanbesteding.
Het consortium van bedrijven en Hogeschool Utrecht laat zien dat het toepassen van de principes van circulaire economie in de ontwikkeling en het beheer van de openbare ruimte mogelijk is. Een juiste vraagspecificatie vanuit de provincie of gemeente stimuleert de aanbieders om een circulaire aanbieding te doen. De uitvraag moet dan wel vroeg in het proces plaatsvinden (initiatieffase). Daarnaast is het van belang dat de aanbieding ruimte geeft voor het benutten van kansen, bijvoorbeeld met het Total Shared Expense concept waarbij goede ideeën van alle aanbieders gebruikt en betaald worden. Ook moet de aanbesteding de mogelijkheid geven om diensten aan te bieden. Hierbij gaat het niet om een product (laadpaal) maar bijvoorbeeld de mogelijkheid om voertuigen op te laden. Belangrijk is dat vanaf het begin de circulariteit meetbaar is met behulp van indicatoren.
Ook geeft het consortium voorbeelden van kansen tijdens het ontwerp. Hierbij heeft het consortium de principes uit de theorie van circulaire economie vertaald naar praktische toepassingen in de openbare ruimte. Een belangrijk aspect tijdens het ontwerp van openbare ruimte is dat nagedacht wordt over ook het beheer. Enerzijds door vanuit de blik van de beheerder te ontwerpen, anderzijds door na te denken over welke mogelijkheden er zijn om de actoren uit de omgeving te betrekken bij het beheer.
De eindrapportage verschijnt begin mei 2018. Voor meer informatie over dit project kunt u contact opnemen met Martin van Dijkhuizen.